De of het zeilcursus? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord zeilcursus? Is het de zeilcursus of het zeilcursus? Het juiste lidwoord dat je voor het woord zeilcursus moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord zeilcursus
Dit of deze zeilcursus:
deze zeilcursus
Dat of die zeilcursus:
die zeilcursus
Bezittelijk voornaamwoord zeilcursus
Onze of ons zeilcursus:
onze zeilcursus
Jouw of jou:
jouw zeilcursus
Elke of elk zeilcursus?Elke zeilcursus
Gerelateerd aan zeilcursus