De of het zegelied? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord zegelied? Is het de zegelied of het zegelied? Het juiste lidwoord dat je voor het woord zegelied moet gebruiken is:
Het zegelied
Aanwijzend voornaamwoord zegelied
Dit of deze zegelied: dit zegelied
Dat of die zegelied: dat zegelied

Bezittelijk voornaamwoord zegelied
Onze of ons zegelied: ons zegelied
Jouw of jou: jouw zegelied

Elke of elk zegelied?
Elk zegelied
Gerelateerd aan zegelied