De of het zegelbelasting? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord zegelbelasting? Is het de zegelbelasting of het zegelbelasting? Het juiste lidwoord dat je voor het woord zegelbelasting moet gebruiken is:
De zegelbelasting
Aanwijzend voornaamwoord zegelbelasting
Dit of deze zegelbelasting: deze zegelbelasting
Dat of die zegelbelasting: die zegelbelasting

Bezittelijk voornaamwoord zegelbelasting
Onze of ons zegelbelasting: onze zegelbelasting
Jouw of jou: jouw zegelbelasting

Elke of elk zegelbelasting?
Elke zegelbelasting
Gerelateerd aan zegelbelasting