De of het zaklantaren? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord zaklantaren? Is het de zaklantaren of het zaklantaren? Het juiste lidwoord dat je voor het woord zaklantaren moet gebruiken is:
De zaklantaren
Aanwijzend voornaamwoord zaklantaren
Dit of deze zaklantaren: deze zaklantaren
Dat of die zaklantaren: die zaklantaren

Bezittelijk voornaamwoord zaklantaren
Onze of ons zaklantaren: onze zaklantaren
Jouw of jou: jouw zaklantaren

Elke of elk zaklantaren?
Elke zaklantaren
Gerelateerd aan zaklantaren