De of het wuifgebaar? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord wuifgebaar? Is het de wuifgebaar of het wuifgebaar? Het juiste lidwoord dat je voor het woord wuifgebaar moet gebruiken is:
Het wuifgebaar
Aanwijzend voornaamwoord wuifgebaar
Dit of deze wuifgebaar: dit wuifgebaar
Dat of die wuifgebaar: dat wuifgebaar

Bezittelijk voornaamwoord wuifgebaar
Onze of ons wuifgebaar: ons wuifgebaar
Jouw of jou: jouw wuifgebaar

Elke of elk wuifgebaar?
Elk wuifgebaar
Gerelateerd aan wuifgebaar