De of het woordenrijkheid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord woordenrijkheid? Is het de woordenrijkheid of het woordenrijkheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord woordenrijkheid moet gebruiken is:
De woordenrijkheid
Aanwijzend voornaamwoord woordenrijkheid
Dit of deze woordenrijkheid: deze woordenrijkheid
Dat of die woordenrijkheid: die woordenrijkheid

Bezittelijk voornaamwoord woordenrijkheid
Onze of ons woordenrijkheid: onze woordenrijkheid
Jouw of jou: jouw woordenrijkheid

Elke of elk woordenrijkheid?
Elke woordenrijkheid
Gerelateerd aan woordenrijkheid