De of het woonlening? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord woonlening? Is het de woonlening of het woonlening? Het juiste lidwoord dat je voor het woord woonlening moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord woonlening
Dit of deze woonlening:
deze woonlening
Dat of die woonlening:
die woonlening
Bezittelijk voornaamwoord woonlening
Onze of ons woonlening:
onze woonlening
Jouw of jou:
jouw woonlening
Elke of elk woonlening?Elke woonlening
Gerelateerd aan woonlening