De of het woonkern? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord woonkern? Is het de woonkern of het woonkern? Het juiste lidwoord dat je voor het woord woonkern moet gebruiken is:
De woonkern
Aanwijzend voornaamwoord woonkern
Dit of deze woonkern: deze woonkern
Dat of die woonkern: die woonkern

Bezittelijk voornaamwoord woonkern
Onze of ons woonkern: onze woonkern
Jouw of jou: jouw woonkern

Elke of elk woonkern?
Elke woonkern
Gerelateerd aan woonkern