De of het woonbeurs? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord woonbeurs? Is het de woonbeurs of het woonbeurs? Het juiste lidwoord dat je voor het woord woonbeurs moet gebruiken is:
De woonbeurs
Aanwijzend voornaamwoord woonbeurs
Dit of deze woonbeurs: deze woonbeurs
Dat of die woonbeurs: die woonbeurs

Bezittelijk voornaamwoord woonbeurs
Onze of ons woonbeurs: onze woonbeurs
Jouw of jou: jouw woonbeurs

Elke of elk woonbeurs?
Elke woonbeurs
Gerelateerd aan woonbeurs