De of het woon-werkkilometer? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord woon-werkkilometer? Is het de woon-werkkilometer of het woon-werkkilometer? Het juiste lidwoord dat je voor het woord woon-werkkilometer moet gebruiken is:
De woon-werkkilometer
Aanwijzend voornaamwoord woon-werkkilometer
Dit of deze woon-werkkilometer: deze woon-werkkilometer
Dat of die woon-werkkilometer: die woon-werkkilometer

Bezittelijk voornaamwoord woon-werkkilometer
Onze of ons woon-werkkilometer: onze woon-werkkilometer
Jouw of jou: jouw woon-werkkilometer

Elke of elk woon-werkkilometer?
Elke woon-werkkilometer
Gerelateerd aan woon-werkkilometer