Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord woningtextiel? Is het de woningtextiel of het woningtextiel? Of zijn ze allebei goed? De correcte lidwoorden die je voor het woord woningtextiel kunt gebruiken zijn:
De woningtextielHet woningtextiel
Aanwijzend voornaamwoord woningtextiel
Dit of deze woningtextiel:
dit woningtextiel / deze woningtextiel
Dat of die woningtextiel:
dat woningtextiel / die woningtextiel
Bezittelijk voornaamwoord woningtextiel
Onze of ons woningtextiel:
onze woningtextiel / ons woningtextiel
Jouw of jou: jouw woningtextiel
Elke of elk woningtextiel? Elke woningtextiel / elk woningtextiel