De of het wonderbaarlijkheid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord wonderbaarlijkheid? Is het de wonderbaarlijkheid of het wonderbaarlijkheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord wonderbaarlijkheid moet gebruiken is:
De wonderbaarlijkheid
Aanwijzend voornaamwoord wonderbaarlijkheid
Dit of deze wonderbaarlijkheid: deze wonderbaarlijkheid
Dat of die wonderbaarlijkheid: die wonderbaarlijkheid

Bezittelijk voornaamwoord wonderbaarlijkheid
Onze of ons wonderbaarlijkheid: onze wonderbaarlijkheid
Jouw of jou: jouw wonderbaarlijkheid

Elke of elk wonderbaarlijkheid?
Elke wonderbaarlijkheid
Gerelateerd aan wonderbaarlijkheid