De of het winterkoning? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord winterkoning? Is het de winterkoning of het winterkoning? Het juiste lidwoord dat je voor het woord winterkoning moet gebruiken is:
De winterkoning
Aanwijzend voornaamwoord winterkoning
Dit of deze winterkoning: deze winterkoning
Dat of die winterkoning: die winterkoning

Bezittelijk voornaamwoord winterkoning
Onze of ons winterkoning: onze winterkoning
Jouw of jou: jouw winterkoning

Elke of elk winterkoning?
Elke winterkoning
Gerelateerd aan winterkoning