De of het winterdag? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord winterdag? Is het de winterdag of het winterdag? Het juiste lidwoord dat je voor het woord winterdag moet gebruiken is:
De winterdag
Aanwijzend voornaamwoord winterdag
Dit of deze winterdag: deze winterdag
Dat of die winterdag: die winterdag

Bezittelijk voornaamwoord winterdag
Onze of ons winterdag: onze winterdag
Jouw of jou: jouw winterdag

Elke of elk winterdag?
Elke winterdag
Gerelateerd aan winterdag