De of het winkeldochter? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord winkeldochter? Is het de winkeldochter of het winkeldochter? Het juiste lidwoord dat je voor het woord winkeldochter moet gebruiken is:
De winkeldochter
Aanwijzend voornaamwoord winkeldochter
Dit of deze winkeldochter: deze winkeldochter
Dat of die winkeldochter: die winkeldochter

Bezittelijk voornaamwoord winkeldochter
Onze of ons winkeldochter: onze winkeldochter
Jouw of jou: jouw winkeldochter

Elke of elk winkeldochter?
Elke winkeldochter
Gerelateerd aan winkeldochter