De of het winkeldiefstal? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord winkeldiefstal? Is het de winkeldiefstal of het winkeldiefstal? Het juiste lidwoord dat je voor het woord winkeldiefstal moet gebruiken is:
De winkeldiefstal
Aanwijzend voornaamwoord winkeldiefstal
Dit of deze winkeldiefstal: deze winkeldiefstal
Dat of die winkeldiefstal: die winkeldiefstal

Bezittelijk voornaamwoord winkeldiefstal
Onze of ons winkeldiefstal: onze winkeldiefstal
Jouw of jou: jouw winkeldiefstal

Elke of elk winkeldiefstal?
Elke winkeldiefstal
Gerelateerd aan winkeldiefstal