De of het wijnkelder? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord wijnkelder? Is het de wijnkelder of het wijnkelder? Het juiste lidwoord dat je voor het woord wijnkelder moet gebruiken is:
De wijnkelder
Aanwijzend voornaamwoord wijnkelder
Dit of deze wijnkelder: deze wijnkelder
Dat of die wijnkelder: die wijnkelder

Bezittelijk voornaamwoord wijnkelder
Onze of ons wijnkelder: onze wijnkelder
Jouw of jou: jouw wijnkelder

Elke of elk wijnkelder?
Elke wijnkelder
Gerelateerd aan wijnkelder