De of het wifi? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord wifi? Is het de wifi of het wifi? Het juiste lidwoord dat je voor het woord wifi moet gebruiken is:
De wifi
Aanwijzend voornaamwoord wifi
Dit of deze wifi: deze wifi
Dat of die wifi: die wifi

Bezittelijk voornaamwoord wifi
Onze of ons wifi: onze wifi
Jouw of jou: jouw wifi

Elke of elk wifi?
Elke wifi
Gerelateerd aan wifi