De of het wetmatigheid? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord wetmatigheid? Is het de wetmatigheid of het wetmatigheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord wetmatigheid moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord wetmatigheid
Dit of deze wetmatigheid:
deze wetmatigheid
Dat of die wetmatigheid:
die wetmatigheid
Bezittelijk voornaamwoord wetmatigheid
Onze of ons wetmatigheid:
onze wetmatigheid
Jouw of jou:
jouw wetmatigheid
Elke of elk wetmatigheid?Elke wetmatigheid
Gerelateerd aan wetmatigheid