De of het werkplan? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord werkplan? Is het de werkplan of het werkplan? Het juiste lidwoord dat je voor het woord werkplan moet gebruiken is:
Het werkplan
Aanwijzend voornaamwoord werkplan
Dit of deze werkplan: dit werkplan
Dat of die werkplan: dat werkplan

Bezittelijk voornaamwoord werkplan
Onze of ons werkplan: ons werkplan
Jouw of jou: jouw werkplan

Elke of elk werkplan?
Elk werkplan
Gerelateerd aan werkplan