De of het werkezel? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord werkezel? Is het de werkezel of het werkezel? Het juiste lidwoord dat je voor het woord werkezel moet gebruiken is:
De werkezel
Aanwijzend voornaamwoord werkezel
Dit of deze werkezel: deze werkezel
Dat of die werkezel: die werkezel

Bezittelijk voornaamwoord werkezel
Onze of ons werkezel: onze werkezel
Jouw of jou: jouw werkezel

Elke of elk werkezel?
Elke werkezel
Gerelateerd aan werkezel