De of het werkadres? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord werkadres? Is het de werkadres of het werkadres? Het juiste lidwoord dat je voor het woord werkadres moet gebruiken is:
Het werkadres
Aanwijzend voornaamwoord werkadres
Dit of deze werkadres: dit werkadres
Dat of die werkadres: dat werkadres

Bezittelijk voornaamwoord werkadres
Onze of ons werkadres: ons werkadres
Jouw of jou: jouw werkadres

Elke of elk werkadres?
Elk werkadres
Gerelateerd aan werkadres