De of het wegenplan? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord wegenplan? Is het de wegenplan of het wegenplan? Het juiste lidwoord dat je voor het woord wegenplan moet gebruiken is:
Het wegenplan
Aanwijzend voornaamwoord wegenplan
Dit of deze wegenplan: dit wegenplan
Dat of die wegenplan: dat wegenplan

Bezittelijk voornaamwoord wegenplan
Onze of ons wegenplan: ons wegenplan
Jouw of jou: jouw wegenplan

Elke of elk wegenplan?
Elk wegenplan
Gerelateerd aan wegenplan