De of het wegenbouwer? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord wegenbouwer? Is het de wegenbouwer of het wegenbouwer? Het juiste lidwoord dat je voor het woord wegenbouwer moet gebruiken is:
De wegenbouwer
Aanwijzend voornaamwoord wegenbouwer
Dit of deze wegenbouwer: deze wegenbouwer
Dat of die wegenbouwer: die wegenbouwer

Bezittelijk voornaamwoord wegenbouwer
Onze of ons wegenbouwer: onze wegenbouwer
Jouw of jou: jouw wegenbouwer

Elke of elk wegenbouwer?
Elke wegenbouwer
Gerelateerd aan wegenbouwer