De of het weerzien? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord weerzien? Is het de weerzien of het weerzien? Het juiste lidwoord dat je voor het woord weerzien moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord weerzien
Dit of deze weerzien:
dit weerzien
Dat of die weerzien:
dat weerzien
Bezittelijk voornaamwoord weerzien
Onze of ons weerzien:
ons weerzien
Jouw of jou:
jouw weerzien
Elke of elk weerzien?Elk weerzien
Gerelateerd aan weerzien