De of het weervoorspelling? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord weervoorspelling? Is het de weervoorspelling of het weervoorspelling? Het juiste lidwoord dat je voor het woord weervoorspelling moet gebruiken is:
De weervoorspelling
Aanwijzend voornaamwoord weervoorspelling
Dit of deze weervoorspelling: deze weervoorspelling
Dat of die weervoorspelling: die weervoorspelling

Bezittelijk voornaamwoord weervoorspelling
Onze of ons weervoorspelling: onze weervoorspelling
Jouw of jou: jouw weervoorspelling

Elke of elk weervoorspelling?
Elke weervoorspelling
Gerelateerd aan weervoorspelling