De of het weersgesteldheid? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord weersgesteldheid? Is het de weersgesteldheid of het weersgesteldheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord weersgesteldheid moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord weersgesteldheid
Dit of deze weersgesteldheid:
deze weersgesteldheid
Dat of die weersgesteldheid:
die weersgesteldheid
Bezittelijk voornaamwoord weersgesteldheid
Onze of ons weersgesteldheid:
onze weersgesteldheid
Jouw of jou:
jouw weersgesteldheid
Elke of elk weersgesteldheid?Elke weersgesteldheid
Gerelateerd aan weersgesteldheid