De of het weeroog? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord weeroog? Is het de weeroog of het weeroog? Het juiste lidwoord dat je voor het woord weeroog moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord weeroog
Dit of deze weeroog:
dit weeroog
Dat of die weeroog:
dat weeroog
Bezittelijk voornaamwoord weeroog
Onze of ons weeroog:
ons weeroog
Jouw of jou:
jouw weeroog
Elke of elk weeroog?Elk weeroog
Gerelateerd aan weeroog