De of het weermiddel? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord weermiddel? Is het de weermiddel of het weermiddel? Het juiste lidwoord dat je voor het woord weermiddel moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord weermiddel
Dit of deze weermiddel:
dit weermiddel
Dat of die weermiddel:
dat weermiddel
Bezittelijk voornaamwoord weermiddel
Onze of ons weermiddel:
ons weermiddel
Jouw of jou:
jouw weermiddel
Elke of elk weermiddel?Elk weermiddel
Gerelateerd aan weermiddel