De of het weerkracht? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord weerkracht? Is het de weerkracht of het weerkracht? Het juiste lidwoord dat je voor het woord weerkracht moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord weerkracht
Dit of deze weerkracht:
deze weerkracht
Dat of die weerkracht:
die weerkracht
Bezittelijk voornaamwoord weerkracht
Onze of ons weerkracht:
onze weerkracht
Jouw of jou:
jouw weerkracht
Elke of elk weerkracht?Elke weerkracht
Gerelateerd aan weerkracht