De of het weerkaart? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord weerkaart? Is het de weerkaart of het weerkaart? Het juiste lidwoord dat je voor het woord weerkaart moet gebruiken is:
De weerkaart
Aanwijzend voornaamwoord weerkaart
Dit of deze weerkaart: deze weerkaart
Dat of die weerkaart: die weerkaart

Bezittelijk voornaamwoord weerkaart
Onze of ons weerkaart: onze weerkaart
Jouw of jou: jouw weerkaart

Elke of elk weerkaart?
Elke weerkaart
Gerelateerd aan weerkaart