De of het weerballon? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord weerballon? Is het de weerballon of het weerballon? Het juiste lidwoord dat je voor het woord weerballon moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord weerballon
Dit of deze weerballon:
deze weerballon
Dat of die weerballon:
die weerballon
Bezittelijk voornaamwoord weerballon
Onze of ons weerballon:
onze weerballon
Jouw of jou:
jouw weerballon
Elke of elk weerballon?Elke weerballon
Gerelateerd aan weerballon