De of het weerbaarheidstraining? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord weerbaarheidstraining? Is het de weerbaarheidstraining of het weerbaarheidstraining? Het juiste lidwoord dat je voor het woord weerbaarheidstraining moet gebruiken is:
De weerbaarheidstraining
Aanwijzend voornaamwoord weerbaarheidstraining
Dit of deze weerbaarheidstraining: deze weerbaarheidstraining
Dat of die weerbaarheidstraining: die weerbaarheidstraining

Bezittelijk voornaamwoord weerbaarheidstraining
Onze of ons weerbaarheidstraining: onze weerbaarheidstraining
Jouw of jou: jouw weerbaarheidstraining

Elke of elk weerbaarheidstraining?
Elke weerbaarheidstraining
Gerelateerd aan weerbaarheidstraining