De of het weekpas? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord weekpas? Is het de weekpas of het weekpas? Het juiste lidwoord dat je voor het woord weekpas moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord weekpas
Dit of deze weekpas:
deze weekpas
Dat of die weekpas:
die weekpas
Bezittelijk voornaamwoord weekpas
Onze of ons weekpas:
onze weekpas
Jouw of jou:
jouw weekpas
Elke of elk weekpas?Elke weekpas
Gerelateerd aan weekpas