De of het weekgeld? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord weekgeld? Is het de weekgeld of het weekgeld? Het juiste lidwoord dat je voor het woord weekgeld moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord weekgeld
Dit of deze weekgeld:
dit weekgeld
Dat of die weekgeld:
dat weekgeld
Bezittelijk voornaamwoord weekgeld
Onze of ons weekgeld:
ons weekgeld
Jouw of jou:
jouw weekgeld
Elke of elk weekgeld?Elk weekgeld
Gerelateerd aan weekgeld