De of het weekendbestemming? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord weekendbestemming? Is het de weekendbestemming of het weekendbestemming? Het juiste lidwoord dat je voor het woord weekendbestemming moet gebruiken is:
De weekendbestemming
Aanwijzend voornaamwoord weekendbestemming
Dit of deze weekendbestemming: deze weekendbestemming
Dat of die weekendbestemming: die weekendbestemming

Bezittelijk voornaamwoord weekendbestemming
Onze of ons weekendbestemming: onze weekendbestemming
Jouw of jou: jouw weekendbestemming

Elke of elk weekendbestemming?
Elke weekendbestemming
Gerelateerd aan weekendbestemming