De of het wedergeboorte? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord wedergeboorte? Is het de wedergeboorte of het wedergeboorte? Het juiste lidwoord dat je voor het woord wedergeboorte moet gebruiken is:
De wedergeboorte
Aanwijzend voornaamwoord wedergeboorte
Dit of deze wedergeboorte: deze wedergeboorte
Dat of die wedergeboorte: die wedergeboorte

Bezittelijk voornaamwoord wedergeboorte
Onze of ons wedergeboorte: onze wedergeboorte
Jouw of jou: jouw wedergeboorte

Elke of elk wedergeboorte?
Elke wedergeboorte
Gerelateerd aan wedergeboorte