De of het watervliegtuig? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord watervliegtuig? Is het de watervliegtuig of het watervliegtuig? Het juiste lidwoord dat je voor het woord watervliegtuig moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord watervliegtuig
Dit of deze watervliegtuig:
dit watervliegtuig
Dat of die watervliegtuig:
dat watervliegtuig
Bezittelijk voornaamwoord watervliegtuig
Onze of ons watervliegtuig:
ons watervliegtuig
Jouw of jou:
jouw watervliegtuig
Elke of elk watervliegtuig?Elk watervliegtuig
Gerelateerd aan watervliegtuig