De of het watertoerisme? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord watertoerisme? Is het de watertoerisme of het watertoerisme? Het juiste lidwoord dat je voor het woord watertoerisme moet gebruiken is:
Het watertoerisme
Aanwijzend voornaamwoord watertoerisme
Dit of deze watertoerisme: dit watertoerisme
Dat of die watertoerisme: dat watertoerisme

Bezittelijk voornaamwoord watertoerisme
Onze of ons watertoerisme: ons watertoerisme
Jouw of jou: jouw watertoerisme

Elke of elk watertoerisme?
Elk watertoerisme
Gerelateerd aan watertoerisme