De of het waterranonkel? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord waterranonkel? Is het de waterranonkel of het waterranonkel? Het juiste lidwoord dat je voor het woord waterranonkel moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord waterranonkel
Dit of deze waterranonkel:
deze waterranonkel
Dat of die waterranonkel:
die waterranonkel
Bezittelijk voornaamwoord waterranonkel
Onze of ons waterranonkel:
onze waterranonkel
Jouw of jou:
jouw waterranonkel
Elke of elk waterranonkel?Elke waterranonkel
Gerelateerd aan waterranonkel