De of het waterpark? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord waterpark? Is het de waterpark of het waterpark? Het juiste lidwoord dat je voor het woord waterpark moet gebruiken is:
Het waterpark
Aanwijzend voornaamwoord waterpark
Dit of deze waterpark: dit waterpark
Dat of die waterpark: dat waterpark

Bezittelijk voornaamwoord waterpark
Onze of ons waterpark: ons waterpark
Jouw of jou: jouw waterpark

Elke of elk waterpark?
Elk waterpark
Gerelateerd aan waterpark