De of het watermeetkunde? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord watermeetkunde? Is het de watermeetkunde of het watermeetkunde? Het juiste lidwoord dat je voor het woord watermeetkunde moet gebruiken is:
De watermeetkunde
Aanwijzend voornaamwoord watermeetkunde
Dit of deze watermeetkunde: deze watermeetkunde
Dat of die watermeetkunde: die watermeetkunde

Bezittelijk voornaamwoord watermeetkunde
Onze of ons watermeetkunde: onze watermeetkunde
Jouw of jou: jouw watermeetkunde

Elke of elk watermeetkunde?
Elke watermeetkunde
Gerelateerd aan watermeetkunde