De of het waterketel? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord waterketel? Is het de waterketel of het waterketel? Het juiste lidwoord dat je voor het woord waterketel moet gebruiken is:
De waterketel
Aanwijzend voornaamwoord waterketel
Dit of deze waterketel: deze waterketel
Dat of die waterketel: die waterketel

Bezittelijk voornaamwoord waterketel
Onze of ons waterketel: onze waterketel
Jouw of jou: jouw waterketel

Elke of elk waterketel?
Elke waterketel
Gerelateerd aan waterketel