De of het waterkasteel? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord waterkasteel? Is het de waterkasteel of het waterkasteel? Het juiste lidwoord dat je voor het woord waterkasteel moet gebruiken is:
Het waterkasteel
Aanwijzend voornaamwoord waterkasteel
Dit of deze waterkasteel: dit waterkasteel
Dat of die waterkasteel: dat waterkasteel

Bezittelijk voornaamwoord waterkasteel
Onze of ons waterkasteel: ons waterkasteel
Jouw of jou: jouw waterkasteel

Elke of elk waterkasteel?
Elk waterkasteel
Gerelateerd aan waterkasteel