De of het waterbuik? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord waterbuik? Is het de waterbuik of het waterbuik? Het juiste lidwoord dat je voor het woord waterbuik moet gebruiken is:
De waterbuik
Aanwijzend voornaamwoord waterbuik
Dit of deze waterbuik: deze waterbuik
Dat of die waterbuik: die waterbuik

Bezittelijk voornaamwoord waterbuik
Onze of ons waterbuik: onze waterbuik
Jouw of jou: jouw waterbuik

Elke of elk waterbuik?
Elke waterbuik
Gerelateerd aan waterbuik