De of het warming? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord warming? Is het de warming of het warming? Het juiste lidwoord dat je voor het woord warming moet gebruiken is:
De warming
Aanwijzend voornaamwoord warming
Dit of deze warming: deze warming
Dat of die warming: die warming

Bezittelijk voornaamwoord warming
Onze of ons warming: onze warming
Jouw of jou: jouw warming

Elke of elk warming?
Elke warming
Gerelateerd aan warming