De of het wantrouwen? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord wantrouwen? Is het de wantrouwen of het wantrouwen? Het juiste lidwoord dat je voor het woord wantrouwen moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord wantrouwen
Dit of deze wantrouwen:
dit wantrouwen
Dat of die wantrouwen:
dat wantrouwen
Bezittelijk voornaamwoord wantrouwen
Onze of ons wantrouwen:
ons wantrouwen
Jouw of jou:
jouw wantrouwen
Elke of elk wantrouwen?Elk wantrouwen
Gerelateerd aan wantrouwen