De of het vuurproef? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord vuurproef? Is het de vuurproef of het vuurproef? Het juiste lidwoord dat je voor het woord vuurproef moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord vuurproef
Dit of deze vuurproef:
deze vuurproef
Dat of die vuurproef:
die vuurproef
Bezittelijk voornaamwoord vuurproef
Onze of ons vuurproef:
onze vuurproef
Jouw of jou:
jouw vuurproef
Elke of elk vuurproef?Elke vuurproef
Gerelateerd aan vuurproef