De of het vuisthandschoen? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord vuisthandschoen? Is het de vuisthandschoen of het vuisthandschoen? Het juiste lidwoord dat je voor het woord vuisthandschoen moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord vuisthandschoen
Dit of deze vuisthandschoen:
deze vuisthandschoen
Dat of die vuisthandschoen:
die vuisthandschoen
Bezittelijk voornaamwoord vuisthandschoen
Onze of ons vuisthandschoen:
onze vuisthandschoen
Jouw of jou:
jouw vuisthandschoen
Elke of elk vuisthandschoen?Elke vuisthandschoen
Gerelateerd aan vuisthandschoen