De of het vruchtbaarheid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord vruchtbaarheid? Is het de vruchtbaarheid of het vruchtbaarheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord vruchtbaarheid moet gebruiken is:
De vruchtbaarheid
Aanwijzend voornaamwoord vruchtbaarheid
Dit of deze vruchtbaarheid: deze vruchtbaarheid
Dat of die vruchtbaarheid: die vruchtbaarheid

Bezittelijk voornaamwoord vruchtbaarheid
Onze of ons vruchtbaarheid: onze vruchtbaarheid
Jouw of jou: jouw vruchtbaarheid

Elke of elk vruchtbaarheid?
Elke vruchtbaarheid
Gerelateerd aan vruchtbaarheid